zaterdag, december 30, 2006

post-Matsumoto blog

Noot Vooraf: ik heb al vele grappige reacties op mijn blog gekregen, maar een van de leukste vond ik toch die van de mensen die zeiden mijn berichten in meerdere stukken te lezen, aangezien ze te lang zijn om in één keer te verwerken. Daarom is er nu: de blog met intermissie! Ben je het lezen even moe? Laat je gedachten dan afdwalen met grappige of interessante filmpjes, rustgevende muziekjes en dergelijke meer. Deze dienst is bovendien volledig gratis!


Ons bezoek aan het verre (en vooral koude) Matsumoto ligt nu reeds twee dagen achter ons, dringend tijd dus voor het relaas van onze tocht! Men weze gewaarschuwd dat er in dit verhaal vele angstaanjagende figuren zullen voorkomen, zoals de vuile puzzelgever en de marginale veelfototrekker. Maar bovenal is het het verslag van de tocht van drie, en daarna vier, Belgen naar de Bergen, waar een andere Belg hen opwachtte. Nu de interesse is gewekt, zal ik snel beginnen, want net als de reis zal dit tekstje weer lang worden.

We zouden op 22 december vertrekken, naar goede gewoonte weer ’s morgens vroeg. Van slapen is er niet veel in huis gekomen, en dus heb ik mijn tijd gevuld met het versturen van een paar mailtjes, mijn blog bij te werken en in bad te gaan. Dit laatste om half vier ’s ochtends, en geloof het of niet, zelfs toen zaten daar nog Japanners. Door extra vroeg op te staan dacht ik genoeg tijd te zullen hebben om alles op mijn gemak te doen, maar mijn legendarische traagheid zorgde ervoor dat ik uiteindelijk maar net op tijd bij het station aankwam, waar reisgenoten Judith en Hilde al stonden te wachten. De trein naar Umeda liet niet lang op zich wachten, en elk nog met de slapers in de ogen vertrokken we.

Vanuit Umeda namen we de bus naar Matsumoto, een tocht van ongeveer vijf uur, gelukkig met af en toe een tussenstop bij een supermarktje met bijhorende sanitaire voorzieningen. Uiteindelijk kwamen de bergen in zicht, als teken dat we onze eindbestemming bereikt hadden. Gastheer Wim stond ons reeds op te wachten bij het station van Matsumoto, en na wat kleins naar binnen gespeeld te hebben trokken we naar zijn appartementje. Ik zou liegen als ik zou beweren niet een beetje jaloers te zijn geweest op zijn onderkomen, aangezien hij een vrij ruim appartementje had met een ruime woonruimte, een keukentje en een badkamer. Toch heel wat anders dan mijn klein kamertje, en bovendien veel gezelliger. Maar goed, we zouden hier zes nachten mogen doorbrengen, dus dat zag ik wel al helemaal zitten. In het midden van de kamer stond er een kotatsu, een tafel met ingebouwde verwarming waar je je benen onder kan steken als het koud is. Ideaal voor de kerstperiode, toch?

We besloten de verdeling van de slaapplaatsen te houden voor later, zodat we ons konden concentreren op een veel belangrijkere vraag: wat gaan we vanavond eten? Uiteindelijk werd het rijst met curry, naar een recept dat Hilde en Judith op hun kot al vaker met succes hadden uitgeprobeerd. Als dessert zouden er pannenkoeken zijn, iets waar ik natuurlijk nooit nee tegen zeg. Wij dus snel naar de winkel, zodat de twee meisjes niet lang daarna hun kookkunsten konden laten zien. En ik moet zeggen: het was zeer lekker, dank daarvoor dus. De pannenkoeken werden dan weer gemaakt met vereende krachten, maar met evenveel smaak opgegeten als de hoofdschotel. Na het eten zat de dag er bijna op, maar niet voor we Wims Dreamcast (een oude spelconsole) hadden uitgeprobeerd en nog wat onder de zachte dekens gekeuveld hadden. We waren echter moe genoeg van de lange tocht om snel onze ogen te kunnen sluiten in afwachting van de volgende dag.


De curry komt tot stand; Het eindresultaat; De pannenkoeken komen tot stand; Een mogelijk eindresultaat.

Deze begon met een bezoek aan het kasteel van Matsumoto, een van de drie bekendste oud-Japanse kastelen. Tijd en zin om binnen te gaan was er niet, en dus vulden we onze tijd met foto’s trekken (oa van exotische vogelsoorten, zie foto) en praten. Na een tijdje kwam David, een andere Belg die een jaartje in Matsumoto verblijft, ons toegereden op zijn fiets. Er moesten immers nog wat dingen geregeld worden voor het Belgisch kerstfeestje van de volgende dag, en we spraken meteen af die avond met ons allen iets te gaan drinken en eten. Maar eerst moesten we nog een keer terug naar het station om een andere Belg op te wachten. Stijn kwam immers van Tokio afgereisd om samen met ons de kerstdagen te vieren. Het blije weerzien volgde om 18u, perfect om meteen met z’n vijven al iets kleins te eten. Het werd Mos Burger, (voor de mensen die nog niet van dit fenomeen zouden gehoord hebben) een gezonde (ja, echt!) en lekkere (maar ook wel vrij dure) hamburgerketen. Stijn moest zich nog even installeren in zijn hotelkamertje (bij Wim was er jammer genoeg geen plaats meer), maar daarna konden we samen weer leuke dingen doen. Wat weet ik wel niet goed meer, dus waarschijnlijk was het niet zo heel speciaal…

Om half tien was het dan tijd voor de eerder afgesproken nomikai, die in feite een nomihoudai zou worden. Dat betekent veel drank en in dit geval ook veel eten, waardoor iedereen (we waren in totaal met ongeveer twaalf mensen) al snel in de juiste stemming raakte. De drank was goed, het eten naar mijn mening iets minder, er waren vele licht aangeschoten mensen, een paar die er iets meer last van hadden en veel meer valt daar niet over te zeggen. Zelf heb ik zeker niet minder gedronken dan waar ik voor betaald had, maar zoals iedereen wel al weet let ik er op het niet veel verder te laten komen dan “licht in de wind”, het “verjaardagsincident” even daargelaten.

Er was nog een activiteit gepland om de avond af te sluiten, namelijk een paar uurtjes doorbrengen in een lokale hiphopclub. Voor mensen zich wanhopig van kliffen storten in de overtuiging dat ik door mijn verblijf in Japan gemutileerd voor het leven ben, nee, dat is nog steeds niet mijn stijl van muziek, maar ik dacht dat ik een uurtje of twee, drie kon overleven. En dat was ook zo. Het begon in elk geval al grappig, met vier acts waarbij telkens een ander stel meiden dansende bewegingen zou maken op het ritme van de muziek. Ik verwoord het met opzet zo, aangezien het eerste groepje wel iets deed dat leek op dansen, maar bij nader inzien eerder wat willekeurig schudden met borsten en billen was. Oh ja, ze hadden ook nog van die ultrakorte kerstpakjes aan waardoor hun “facetten” extra in de kijker werden gezet. Waarschijnlijk sprak dat een deel van het manvolk in de zaal wel aan, maar het blatante gebrek aan enige finesse in hun bewegingen deed mij eerder denken aan een een mislukte Miss Piggy act. Dit alles om te zeggen dat ik er niet wild van was.

De drie groepjes erna waren daarentegen wel goed, en hoewel de muziekstijl waarop ze dansten nooit mijn favoriete zal worden, was ik toch wel vaak onder de indruk van hun act. Daarna ging alle aandacht weer naar het hoofdpodium, waar twee dj’s voor wat entertainment zorgden bij de gedraaide plaatjes. En eerlijk is eerlijk, voor zover ik daarover kan oordelen deden ze het niet slecht. De muziek was nog steeds niet echt iets voor mij (ja, ik herhaal dit opzettelijk), maar uiteindelijk viel het allemaal dus nog mee. En op het einde gingen we naar huis, waar we sliepen. En toen begon de volgende dag.

Het was de dag waarop alle Belgen die zich op dat moment in Matsumoto bevonden samen zouden komen om kerstmis te vieren, aangezien het 24 december was, een datum die niet zo slecht gekozen was voor een dergelijk feestje. Maar eerst stond ons een naar verluidt onmogelijke opdracht te wachten: een zware tocht naar Arupusu Kouen (Alpenpark), waar we al veel over gehoord hadden en wat we dus zeker toch eens moesten bezoeken. Er was ons aangeraden met een vervoermiddel op wielen daarheen te gaan, aangezien het toch wel “heel ver” was, maar dappere avonturiers als we zijn, gingen we met ons vijven te voet de uitdaging aan. Nu hadden we wel al vermoedens dat de onmogelijkheid van deze tocht licht overdreven was, maar de werkelijkheid sloeg deze uitspraken al helemaal aan diggelen. Als dit als ver beschouwd werd, dan was onze bergtocht in Kobe begin oktober waarschijnlijk qua afstand het equivalent van een halve wereldreis. Bon, het park zelf was zeker de moeite waard, met als hoogtepunt toch wel de papegaaien die naar verluidt konden spreken. En inderdaad, niet lang nadat we bij hun kooi kwamen begon er eentje konnichiwa (hallo) te zeggen. Nog beter was echter de papegaai ernaast, die niets zei, maar blijkbaar gefascineerd was door Judith. Eerst leek hij (of zij?) haar weg te willen jagen met gekrijs en geklauw (maar ze zat in een kooi, dus dat laatste haalde uiteraard niet veel uit), maar daarna begon hij Judiths bewegingen na te bootsen, met vele grappige resultaten als gevolg. Ik heb er slechts één goede foto van, maar op de blogs van de anderen kan je normaal gezien wel meer vinden. Na ons kostelijk vermaakt te hebben met het beest, gingen we verder, naar de konijntjes, de boerderijdieren (waar Judith vergeefse pogingen ondernam om met een schaap bevriend te geraken), de apen en de zwijnen. Er waren nog genoeg andere dieren en diertjes te zien in het park, maar het was ineens erg koud geworden, en dus besloten we terug te gaan.


Groepsfoto (Wim, Stijn, ik, Judith, Hilde); Hilde overwint sneeuwbal; Judith en dikke vriend de papegaai; Judith probeert vriendschap te sluiten met schaap.

Terug “thuis” brachten we nog enige momenten door in het appartementje, waarna de Grote Trek naar de plaats waar we kerst zouden vieren begon. Daar aangekomen was er alweer een blij weerzien, deze keer met Kevin, net als Stijn en Wim klasgenoot van ons in Leuven en nu ook een jaar actief in Matsumoto. We zijn dan eerst wat extra drank gaan kopen (we moesten voor eigen drank zorgen, en bij de gemeenschappelijke aankopen zat er te weinig spek naar onze bek), om ons daarna gezellig te installeren in de ons ter beschikking gestelde ruimte. Tot mijn vreugde ging dit feestje immers niet door in een traditioneel drankhuis of restaurant, maar in een klein zaaltje waar je op de grond kon zitten, je in comfortabele zetels kon nestelen of gewoon rondlopen. Ook nu weer was de drank al snel in de man, wat ongetwijfeld een paar leuke foto’s zou opgeleverd hebben ware het niet dat ik het trekken daarvan weer even beu was geworden. Andere mensen wouden dat echter wel in mijn plaats doen, en zo komt het dat ik deze paragraaf toch een beetje kan opfleuren met beelden van gekke Belgen.

Klokslag 12u was het champagnetijd ter ere van de aangebroken feestdag, en om dezelfde reden werden er nadien pakjes uitgedeeld. Iedereen had een persoon opgekregen waarvoor hij/zij een kleinigheid moest kopen, met een richtprijs van 1000 yen. Zo kwam het dat ik van Michael een grote fles Kriek Boon kreeg (waarvoor nogmaals erg veel dank) en aan Hilde een chocoladefondueset schonk. Blijkbaar hadden wij heel dit gebeuren wel iets serieuzer genomen dan anderen, aangezien de cadeaus van andere mensen onder andere puzzels van dertig stukken inhielden. Niet dat daar iets mis mee is, maar vanaf nu voeg ik de uitdrukking “vuile puzzelgever” toch toe aan mijn woordenschat. Ik zal ernaar streven het op strategische momenten in conversaties te gebruiken.

Naarmate de avond vorderde, werd er meer en meer gedronken, en ondervond ik actief de nadelen ondervond van niet dronken te zijn wanneer ongeveer al de rest “zo zat als een konijn” (om nog eens iets uit Michaels repertoire te gebruiken) was. Ik moet dan ook toegeven dat ik lichtjes opgelucht was toen we naar onze slaapplaats terugkeerden. Soit, voor het grootste deel was het zeker een leuke avond, dus reden tot klagen had ik zeker niet. Misschien toch nog een laatste noot aan mogelijk bezorgde ouders: de mensen op mijn foto's waren maar heel lichtjes "zat als een konijn".

De volgende ochtend was – volgens de “officiële” planning – bestemd om uit te kateren, maar dat was voor ons niet echt noodzakelijk. In de plaats daarvan hadden we afgesproken naar de karaoke te gaan, een activiteit die zo kenmerkend is voor Japan dat je ze toch wel moet gedaan hebben als je eindelijk eens met een paar Belgen samenkomt. Deze bewering slaat natuurlijk op niets, ik wou het gewoon doen omdat ik karaoke nu eenmaal een leuke bezigheid vind. Dat de zaken waarvan je het meest geniet je ook de grootste teleurstellingen kunnen opleveren werd jammer genoeg nog eens bewezen toen we het lokaaltje binnenstapten. Nu moet ik zeggen dat we – bij wijze van grap – veel commentaar op Matsumoto en zijn faciliteiten geleverd hebben (waarvoor excuus), waarvan het meeste natuurlijk overdreven was. Ik overdrijf echter niet als ik zeg dat deze karaoke echt slecht was in vergelijking met wat we hier (in Osaka) gewoon zijn: hij was duur, er waren minder leuke nummers, het was er véél te warm en vooral: er was geen elektronisch opzoeksysteem voor de liedjes, waardoor je massaal veel tijd verloor met het bladeren in twee “telefoonboeken” om meestal tot de vaststelling te komen dat het liedje dat je zocht er toch niet bijstond. Achteraf gezien hadden we dus misschien toch beter naar de andere karaokeplaats kunnen gaan, die weliswaar nog duurder, maar naar Wims zeggen voor de rest wel goed in orde was. In een volgend leven zullen we die dus zeker eens bezoeken.


***PAUZE DIE DE VLOTTE TEKSTOVERGANG VERSTOORT (net als pauzes in de cinema meestal)***

Dingen om te doen tijdens de pauze:
- Kijken naar Kiwi!, een schattig en ontroerend animatiefilmpje met een diepere boodschap.
- Een spelletje spelen op Orisinal, meestal met een lief diertje in de hoofdrol.
- Lachen met Rock, Paper, Saddam (beelden van Saddam Hussein tijdens zijn proces in een lichtjes andere context geplaatst, al zijn naar mijn mening enkel de eerste tien plaatjes grappig)
- Een hilarisch moment uit Willy's en Marjetten van vorige week herbeleven (enige voorkennis van dit programma is wellicht vereist, kijk zeker tot op het einde)
- Luisteren naar een georchestreerde versie van enkele bekende Queen-liedjes. Aan jullie om te ontdekken welke.
- Mijn paper van Japanse politiek van vorig jaar lezen (benieuwd of iemand dit echt gaat doen :).

***EINDE VAN DE PAUZE***


Tijd om te treuren om wat had kunnen zijn was er echter niet, aangezien we niet te lang mochten wachten voorbereidingen te treffen voor ons eigen, privé, supermegagaaf kerstfeestje, deze keer dus in de gezellige geslotenheid van Wims appartementje met ons vijven. We hadden besloten zelf te koken en hadden onze zinnen gezet op pasta. Met kaassaus. Pasta is niet zo moeilijk te vinden in Japan, maar goede kaas kopen is een ander paar mouwen. Gruyèrekaas (vooral bekend in België als de kaas die iedereen op zijn spaghetti doet) is hier bijvoorbeeld bijna totaal onbekend, en we hebben ons dan maar tevreden gesteld met een creatieve mix van mozzarella, gouda en parmezaan. Een rare combinatie misschien, aangezien mozarella zijn smaak voor een groot deel verliest bij het opwarmen en parmezaan dan weer heel erg sterk doorsmaakt. Maar we hebben het er toch mee gedaan, en ik was best tevreden met het resultaat.

Kerstmis vieren ver van je familie en vrienden is natuurlijk niet ideaal, maar ik denk wel te mogen zeggen dat we het met ons vijven toch heel erg gezellig hebben kunnen maken. Ons feestje begon met twee soepen: onvervalste kippensoep uit blik (opgestuurd door Wims familie) en nog onvervalstere poedertomatensoep. Een streling voor de smaakpapillen; vooral aangezien het eeuwen geleden was dat ik niet-Japanse soep had gegeten. Wanneer ik na mijn verblijf in België van drie weken terugkeer naar Japan zal ik zeker een voorraad instantsoepjes meenemen. Na de soepen volgde de pasta, en daarna het dessert. Maar niet zomaar één dessert, nee, drie desserten. Omdat we nu eenmaal zo stoer zijn. En alledrie met chocolade. Omdat we Belgen zijn. We konden achtereenvolgens genieten van chocoladepudding, chocoladefondue en chocoladecake. Tegen dat de cake op tafel kwam zat iedereen al wel behoorlijk vol – iedereen behalve ik, die tot ieders grote ontsteltenis nog een tweede stuk naar binnen speelde.

Tussendoor werden er natuurlijk ook deze keer foto’s getrokken – “marginaal veel”, volgens Judith, wat ons meteen een tweede nieuw en origineel scheldwoord opleverde – en cadeautjes uitgewisseld. Iedereen had voor de vier anderen een klein pakje moeten zoeken, en er waren heel wat originele dingen bij. Zo kreeg ik van Stijn een acrobaat die aangedreven door een magnetisch veld de gekste bewegingen blijft maken. Wim gaf me een Kendama (traditioneel Japans speelgoed) en van Judith en Hilde, mijn voorliefde voor lekker eten indachtig, kreeg ik respectievelijk een grote reep chocolade en peperkoek. Ook dit feestje moest echter ooit ten einde lopen, en na Stijn vergezeld te hebben naar zijn hotel, kropen ook wij weer onder de lakens.


Stijn met twee van zijn cadeau's; Hilde met cadeau; Wim overhandigt Stijn cadeau, de persbelangstelling is groot; Hilde, Judith en een cookiemonsterbuidel.

De volgende dag stond er oorspronkelijk een ski- of snowboardsessie met de andere Belgen op het programma, maar aangezien dat dat een dure bedoening zou worden en ik geen van beide kan, zag ik hier eerlijk gezegd een beetje tegenop. Bovendien was er (uitzonderlijk) geen sneeuw gevallen de voorbije dagen, waardoor we naar een kunstmatige piste zouden moeten trekken die nog veel verder lag en waarschijnlijk dus ook duurder ging zijn. We besloten dan maar deze plannen op te bergen en in de plaats naar Nagano te trekken, bekend als gaststad van de Olympische Winterspelen van 1998. We zouden er twee dingen doen: de Zenkouji-tempel gaan bezoeken en gaan schaatsen op de ijspiste van voorgenoemde Spelen. Aangekomen bij de tempel merkte ik dat ik de batterijen van mijn fototoestel vergeten op te laden was, zodat ik ook hiervan geen foto’s heb. Lang zijn we er echter toch niet gebleven, aangezien het deel waarvoor je moest betalen ons niet echt de moeite waard leek. De Zenkouji huist immers weliswaar het (naar verluidt) eerste boeddhistische beeld dat in Japan werd ingevoerd, maar een kopie daarvan is slechts om de zes jaar te zien, de volgende keer in 2010.

Dan maar snel naar de ijspiste. Hoewel, snel, er was niet echt een snelle busverbinding naar M-Wave, het oudolympische snelschaatsstadion. Maar dat kwam eigenlijk perfect uit, aangezien we toch nog moesten eten, het perfecte tijdverdrijf als je op een bus moet wachten. Vol verwachtingen trokken we daarop dus naar het stadion, maar daar aangekomen leek het er even op dat ook dit een lichte teleurstelling zou worden. Het zag er immers potdicht uit, de lichten waren uit en de deuren op slot. Gelukkig lieten we de moed niet zo snel zakken en liepen even rond het gebouw om te kijken of er toch niets open was. En voorwaar, helemaal aan de andere kant vonden we een open deur die ons dan nog rechtstreeks tot bij de schaatspiste bracht. Een mens zou zich wel gaan afvragen waarom ze die ingang niet iets minder obscuur hadden gemaakt, maar goed, het belangrijkste was dat we konden gaan schaatsen. Of tenminste toch de mensen die dat wouden, want zowel Judith als ik voelden ons niet echt geroepen alweer meer dan duizend yen te betalen voor iets dat we uiteindelijk toch niet zo graag deden. Nee, dan was aan de kant naar de kunstjes van de anderen kijken veel leuker. Om reeds genoemde reden zal het echter nog even wachten worden op foto’s of filmpjes van anderen voor ik bewijs hiervan kan laten zien.

En zo sloten we ons bezoek aan de olympische stad toch nog beter dan verwacht af, met enkel nog de lange treinreis terug in het verschiet. Ik zeg lang, niet omdat ze echt lang duurde (iets meer dan een uur), maar omdat de omstandigheden in de trein je deden wensen dat de tijd veel sneller vooruit zou gaan. Ik kan begrijpen dat men de reizigers een warme wagon wil bieden tijdens de koude winterperiode in de Japanse Alpen, maar dat betekent niet dat je het zo warm moet maken dat het temperatuurverschil tussen binnen en buiten ronduit ongezond wordt. Want geloof me, na die treinreis voelde ik me bijna ziek. Gelukkig ging dat snel over eens we terug in Wims appartementje waren. Het plan was nog naar een film te kijken op zijn laptop, maar een plotse stroomstoring stuurde dat grondig in de war. We hadden geen problemen met de elektriciteit, maar het had er wel voor gezorgd dat er iets grondig misgegaan was met de harde schijf van de laptop. Het is allemaal iets te lang om in detail uit te leggen, maar we hebben het nog proberen te herstellen, zonder resultaat. Ik hoop voor Wim dat hij zijn gegevens toch nog kan terugwinnen…

De volgende dag, 27 december, was meteen de laatste waarop we echt iets konden doen. De 28e zouden we immers al om 6u ’s ochtends moeten vertrekken en bovendien moesten we al om 17u afscheid nemen van Stijn. We kozen er toch voor om eens goed uit te slapen (iets wat we de dagen ervoor niet hadden kunnen doen), en zelfs toen Stijn ons om 11u kwam vergezellen schoten we maar zeer traag in actie.

Eerst brachten we een uurtje door met kijken naar een paar tv-shows waar een poging gedaan werd Engels aan te leren. Het enige probleem hierbij was dat ik het gevoel had dat die shows het zo verkeerd aanpakten dat ze de Engelse vaardigheden van hun kijkers eerder naar beneden zouden helpen. Een voorbeeld: er werd een “luisteroefening” gehouden, waarbij men de grammaticale constructie die men hoorde moest opschrijven. Het markantste geval was een zin met “should’ve”, met als doel de studenten met deze afgekorte vorm vertrouwd te maken. Al snel werd duidelijk dat de deelnemers geen enkel besef hadden van de grammaticale context van de zin die ze gepresenteerd kregen (aangezien ze constructies invulden die ze nooit zouden gebruiken als ze de effectieve regels kenden), wat de oefening meteen herleidde tot een wedstrijdje “wie heeft de beste oren”. Daarnaast begingen ze echter een grote fout die Japanners nog veel te vaak maken, wellicht aangespoord door dit soort programma’s: ze schreven de constructies niet in het Engels op, maar in katakana, een van de drie Japanse schriften. Katakana is weliswaar een fonetisch schrift, waarbij elk teken voor een vaste klank staat, maar het bevat enkel Japanse klanken, en daar zit geen enkel equivalent voor de meeste klanken in constructies als “should’ve” bij. Dus wat doen de Japanners dan? Proberen ze het zo correct mogelijk uit te spreken? Nee, ze maken er “shudabu” (spreek uit: sjoedaboe, met korte oe’s), aangezien dat allemaal klanken zijn uit het Japanse alfabet en toch tenminste een beetje lijkt op het originele woord. En dan maar verbaasd zijn dat ze ik hen niet versta als ze Engels spreken. Misschien zou dat veranderen als ze eens de moeite zouden doen werkelijk “should’ve” of “university” (ipv yoenibaasitie) te zeggen. Ik heb al vaak de neiging gehad tegen een Japanner die niet weet dat ik Japans spreek en die dus in het Engels begint te zeggen: “spreek maar in het Japans, hoe moeilijk je het ook maakt, het zal altijd verstaanbaarder zijn dan je Engels”. Tot nu toe hou ik het bij “oh, ik wil graag mijn Japans oefenen, dus zullen we in het Japans spreken?”, met een mooie schaapachtige glimlach op het eind.


De laatste foto's van het kasteel

Maar goed, ik ben weer eens afgedwaald… na dit televisieavontuur raapten we onszelf toch bij elkaar om te vertrekken naar het kasteel van Matsumoto, deze keer om effectief binnen te gaan. Het was koud, en bovendien mochten we onze schoenen niet aanhouden, zodat de kans op bevroren tenen met honderd procent verhoogd werd. En ik trek geen foto’s als ik het koud heb. In feite zijn we het kasteel vrij snel doorgelopen. Er stonden wel genoeg zaken uitgelegd en uitgestald, maar de meeste daarvan vond ik niet zo spectaculair, aangezien ik nu eenmaal niet erg geïnteresseerd ben in kastelen. Ongeveer alles staat ook nog eens uitgelegd in het foldertje dat we meekregen.

Door ons getreuzel ’s ochtends was het na het kasteelbezoek al tijd voor Stijn om te vertrekken. Nadat we hem hadden uitgewuifd bij de bushalte, namen we zelf de bus naar een laatste locatie die we wouden bezoeken: Asama Hot Plaza, een publiek badhuis waar we onszelf uitgebreid konden reinigen op zes verschillende manieren, van heet tot heel koud. Het leukste waren de twee buitenbaden, waar je tussen de warme dampen op de rotsen kon zitten terwijl je niet voelde dat het rondom je eigenlijk aan het vriezen was. Een van die rotsen leverde me wel een flinke snee op toen ik erop wou klauteren. Maar het voornaamste was dat we aangenaam hebben kunnen baden, en helemaal opgefrist een paar uur later aan ons laatste avondmaal samen konden beginnen. We kozen voor okonomiyaki, aangezien we wel eens wouden zien of ze er in Matsumoto evenveel van bakten als in Osaka, waar dat gerecht toch een specialiteit is. Het moest er eerlijk gezegd niet voor onderdoen, wat het tot een heel geslaagde maaltijd maakte. Daarop keerden we terug naar het appartement, waar we nog een paar laatste uurtjes samen zouden doorbrengen. Eigenlijk was het de bedoeling niet te slapen (aangezien we heel vroeg moesten opstaan), maar zoals bijna altijd in dat geval is dat uiteraard niet gelukt.

Het afscheid van Wim en Matsumoto verliep dan ook zoals onze heenreis: nog met de slapers in de ogen. Naast onze bagage namen we deze keer echter ook allerlei ingeloste verwachtingen en leuke herinneringen mee naar huis, en het was dan ook met dankbaarheid dat ik mijn ogen kon sluiten op de bus. Moe, maar zeer tevreden...

(meer foto's zijn te vinden op de gebruikelijke plek)

1 Comments:

At 3/01/2007, 18:27, Blogger Jipo said...

LOL, een pauze, ingebouwd in de blog. Kei hed :-D

En dan als voorstel voor een bezigheid: "Mijn paper van Japanse politiek van vorig jaar lezen"
Zalig :-D

 

Een reactie posten

<< Home