* Kort nieuws: Veto, de Leuvense studentenkrant, heeft een interview van me afgenomen, dat je hier kan vinden. Ik zal daar in een volgend bericht wat verder op ingaan, aangezien mijn antwoorden (en dus nuances) soms wel drastisch ingekort zijn. Maar over het algemeen ben ik tevreden over het resultaat, dus lees het maar gerust al even door.Het is alweer een tijdje geleden, aangezien er nu eenmaal eventjes niets echt opzienbarends is gebeurd. Maar nu is er weer nieuws!
Het academiejaar in Japan loopt stilaan op zijn einde, en aangezien dat ook betekent dat de clubs en circles binnenkort een paar leden zullen verliezen (aangezien die afstuderen) is dat een goede gelegenheid om eens met iedereen weg te gaan. Ook de backpackersclub volgt deze filosofie, en daarom gingen we vorig weekend met z'n allen voor twee volle dagen naar Nara, een van de oudste Japanse steden, bekend om zijn tempels, beelden en gulzige herten (waarover later meer). Jammer genoeg kon niet iedereen mee, Hilde had bijvoorbeeld verplichtingen tijdens het universiteitsfestival (ook hierover later meer) met haar volleybalcircle.
We (in dit geval dus enkel Judith en ik) wisten niet goed wat ons te wachten stond, aangezien het onze eerste echte uitstap met de hele groep was. Wat wel op voorhand gezegd was, was dat we de tweede avond gingen moeten koken voor elkaar, en we waren daarvoor zelfs al twee weken op voorhand in groepjes verdeeld. En iedereen had ons ook verzekerd dat het sowieso een heel leuke ervaring ging worden, en dat we het zeker niet mochten missen, en al die andere peptalk die Japanners zo graag verkopen - nog een geluk dat dat achteraf meestal ook waar blijkt te zijn.
Naar goede gewoonte mochten we ook voor deze trip weer vroeg uit ons bed, in mijn geval om 6u. Vlug douchen, eten en terwijl je al bijna vertrokken bent nog wat spullen meegrabbelen die je ondanks goede voorbereiding de avond ervoor toch was vergeten mee te nemen. Vervolgens om 7u de trein op in het station van Kandaimae, en dan net op tijd aankomen op de verzamelplaats. Je ziet, we hebben ons al goed aangepast aan het Japanse "just in time"-principe.
Eens iedereen er was werd ons dadelijk het mysterie van wat we gingen doen opgeklaard, in de vorm van een typisch Japans (lees: zeer gedetaileerd uitgewerkt, als was het bedoeld voor de kapoentjes bij de scouts) schema. Nu heb ik wel niet altijd evenveel zin om 8u 's ochtends om mij meteen op (of in) de daarbijhorende zee van kanji te storten, en dus bleef het nog even een mysterie voor mij. Wat volgde was een lange treinreis (anderhalf uur), maar wel een met een leuke anekdote. Haku, die je je misschien nog herinnert van mijn verslag van de bergwandeling in Kobe, wou mij eens een compliment geven. Hij wees naar een reclameposter en verklaarde: "ah, jouw gezicht lijkt toch echt op dat van die vrouw hé". Uiteraard kon ik er goed mee lachen, aangezien ik mezelf ten eerste absoluut niet als supermannelijk beschouw, en ten tweede omdat dat echt wel een mooi compliment was voor die gekke, metrofiele Japanners. Ik heb hem in elk geval wel aangeraden dat niet te veel te zeggen tegen westerlingen...
Om 9.11 bereikten we dan onze eindbestemming: Takanohara, onze uitvalsbasis voor deze tweedaagse. We mochten dan vlug onze spullen in een kamer droppen, en daarna was het weer de trein op, deze keer naar Nara. Wat we daar gingen doen wouden ze nog niet zeggen, en zelfs op de uiterst uitgewerkte planning stond er enkel dat ze het daar wel zouden uitleggen. Uiteindelijk bleek dat we de oude stad al spelende gingen bezoeken. Het kwam erop neer dat we in groepjes verdeeld werden (volgens de traditie via kaartjes trekken) en dan een viertal plaatsen moesten bezoeken waar er iemand van de leiders ging staan met een opdracht. De eerste opdracht was bijvoorbeeld een boeddhistische mantra uit het hoofd leren (eens kijken of ik hem nog weet... はんどまだらあぼきゃじゃやでいそろそろそわか... als ik me niet vergis was het dat, maar vraag me niet wat het betekent).
hype van de dag bij de vrouwmenschen: vlechtjes; manhaftige krijgersDe volgende opdracht bracht ons naar de
Tōdaiji, een van de beroemdste Japanse tempels. Onderweg passeerden we echter een ander fenomeen van Nara: de sikaherten die daar veelvuldig rondlopen. Deze dieren zijn berucht geworden nadat ze het eten van menig toerist hadden afhandig gemaakt, en je wordt trouwens absoluut niet afgeraden ze te voederen. Voor wat muntstukken kan je immers droge koekjes kopen - ja, ik heb ze zelf geprobeerd, en nee, ze smaken niet lekker - om er dan een hertje blij mee te maken. Het levert vaak uitstekende fotogelegenheden op, zeker als je met een groepje pseudo-stoere Japanse jongens rondloopt.
Nori en het hert leefden nog lang en gelukkig; kijk, een jezushert!Maar goed, Tōdaiji dus. Het was de eerste keer dat ik deze tempel bezocht, en overweldigend was hij in elk geval wel: aan de buitenkant een grote tuin en een massieve toegangspoort, aan de binnenkant een van de grootste en bekendste boeddhabeelden ter wereld. De opdracht hier was even eenvoudig als hilarisch: probeer allemaal door een gat onderaan een van de palen in
de tempel te kruipen. Tja, voor van die Japanse miniformaat kindjes is dat gemakkelijk, en de meeste Japanse jongens lukte het na wat proberen ook wel, maar voor mij was het echt onmogelijk (zie foto voor het gruwelijke bewijs). Want ongelooflijk maar waar, ik had er te brede schouders voor. Nooit gedacht dat ik mezelf ooit in een zin zou kunnen vernoemen met "brede schouders", maar zie, nu is het toch zover...
Voor de derde opdracht moesten we iemand van de circle tekenen, en de anderen van je groepje moesten dan raden wie het was. Echt gemakkelijk, ware het niet dat a) een sikahert met een lamme poot nog beter kan tekenen dan ik en b) ik nog bijlange niet iedereen van de groep van gezicht ken. Om dat laatste te verhelpen, waren ze wel bereid me een foto te laten zien, maar dat deed natuurlijk niet veel aan het eerste probleem. Ik ben dan maar begonnen met het gezicht, maar toen ik daarmee klaar was (en er kleren enzo wou bijtekenen) was onze tijd al op. En toch hebben die Japanners het geraden! Straks ga ik de woorden "ik" en "tekentalent" nog in eenzelfde zin gaan gebruiken!
Tōdaiji; Big Boeddha is watching youNa deze beproeving was het rushen - maar we zijn in Japan, en ze moesten niet naar hun werk, dus zeg maar slenteren - naar de eindmeet, waar we ontdekten dat we als tweedes aangekomen waren. Toch niet slecht als je als laatste vertrekt. Uiteindelijk bleken we ook in totaal (met de punten van de spelletjes erbij) tweede geworden te zijn, waarmee we best wel vrede konden nemen. Nu iedereen weer samen was, was er weer even gelegenheid om gekke foto's te nemen van elkaar. En dan was het de berg op, naar onze picknickplaats. Nu ja, een echte berg was het niet, maar het eerste stuk ging wel steil. En als je dan nog van die leukerds hebt die het een goed idee vinden op zo'n helling alles met een bal te doen behalve hem in hun handen houden...
Het picknicken was zeer aangenaam. We waren bijna alleen, de zon scheen alweer prachtig en we hadden genoeg tijd. En wat is er dan zaliger dan na je eten even achterover te gaan liggen en een dutje te doen? Voor er hier een Japanner komt en "voetballen" zegt, ga ik maar snel over naar de volgende paragraaf.
Japanners (voor de verandering met gekke poses); Aya; Steile beklimming; Zicht op de stad vanop de bergWat volgde was logischerwijze de afdaling van de berg en de terugkeer naar onze verblijfplaats. Daar aangekomen begonnen de derdejaars direct aan het avondeten, nabe. Dit is een gerecht dat heel veel verschillende zaken kan bevatten, maar het belangrijkste is dat het allemaal in een grote pot wordt gemaakt. Bij ons zaten er in elk geval vooral veel groenten in en naar het schijnt ook wat vlees, maar dat heb ik in elk geval niet gevonden. Tijdens het eten gingen de gesprekken met de Japanners vooral over waarom wij Belgen in godsnaam zoveel water dronken. Het verschil was (en is) inderdaad opvallend: de japanners met hun halveliterflesjes koude thee, wij met tweeliterflessen water. Oh ja, en voor het eten hebben we ook nog eens twintig minuten gespendeerd voor we uitgelegd kregen in deftig Japans wat nu juist het verschil is tussen Japanse en Belgische soep. Het antwoord is simpel: Belgische is veel dikker. Maar dat kregen we op geen enkele mogelijke manier uitgelegd in het Japans, zelfs niet door te zeggen dat je er vaak room bij doet en dan subtiel te vragen "en als je room bij iets van vloeistof doet, wat wordt het dan?".
Na het avondeten stond ons nog eigenlijk maar een ding te doen: in bad gaan. Ik besef me net dat ik daar op deze blog nog niet over gesproken heb, dus som ik het hier even op: Japanners gaan ongeveer elke dag in bad, soms op de meest onmogelijke uren. Er zijn twee soorten baden: individuele en gemeenschappelijke. De soort waar wij tot nu toe uitsluitend in contact mee gekomen zijn, zijn de gemeenschappelijke baden. En ja, dat betekent inderdaad dat je er allemaal samen ingaat (zonder kleren aan, ja). Geen paniek, de geslachten worden wel strikt van elkaar gescheiden. Op zich is het niet mijn favoriete hobby, aangezien ik ten eerste wel wat beters te doen heb dan elke dag in bad te gaan en ten tweede absoluut niet graag op mannenlichamen kijk. Maar ik moet wel toegeven dat het warme water in deze koudere periode zeer relaxerend is.
De tweede dag dan. Het was alweer om 6u opstaan geblazen, aangezien we om 6.15 al in de keuken werden verwacht om ons eigen ontbijt te maken. Gelukkig had ik me even overslapen, zodat ik pas om 6.25 in de eetzaal aankwam, met als resultaat dat ik nog net op tijd was om een sandwich naar binnen te spelen zonder een te moeten maken. Yay voor mijn definitie van "just in time"! Om 7u vertrokken we dan naar de bus, waar we een goede twee uur op moesten zitten om dan aan te komen aan de voet van het Soniplateau (曽爾高原). Vandaar was het nog een halfuurtje stappen, tot we aan een berg kwamen waarvan iedereen zei "daar moeten we toch niet op hé". Nee, moeten was het niet, maar wie wou kon het wel doen. En aangezien we nog steeds even dapper zijn, namen Judith en ik de uitdaging aan. Ik moet zeggen dat ik nog nooit zo'n moeilijke beklimming heb gedaan. Het was echt heel steil (jammer dat je dat op de foto's niet echt goed ziet), en op sommige plaatsen zelfs gevaarlijk. Soms gleed je weg, en de enige oplossing was dan om je vast te houden aan het eerste het beste dat je zag. En dat zijn natuurlijk de momenten waarop de natuur op haar eigen ironische manier wraak neemt voor alles wat de mens haar aandoet, namelijk door de grootste takken en planten steeds van iets dat prikt te voorzien. Maar ook al waren onze handen vuil en niet vrij van splinters, we zijn er toch geraakt. Eens boven konden we genieten van onze heerlijke onigiri (bollen rijst met zeewier errond, met meestal in het midden iets speciaals, zoals in dit geval een gedroogde zeer zure pruim - umeboshi), alweer gemaakt door de vriendelijke derdejaars. De afdaling daarna was vergeleken met wat ervoor kwam kinderspel, en het duurde dan ook niet lang eer we weer beneden stonden. De rest van de tijd brachten we door met koekjes eten, praten en foto's trekken.
Landschap beneden; Ja, we kwamen helemaal van dat diepe stuk onder ons; De dapperen; Landschap bovenTerug "thuis" was het tijd voor het grote evenement: koken voor elkaar. Eerst naar de winkel om alle nodige ingrediënten, en dan meteen naar de eetzaal om eraan te beginnen. Ik vertel wat er bij mijn groepje op het menu stond: hamburgers met sterretjes van kaas, gelegen op een bedje van sla en kerstomaatjes en geaccomanieerd door milde paprikarijst. Als nagerecht kozen we voor een simpele mix van vanilleijs met bananen, smarties en chocoladesaus. Beide gerechten werden gepresenteerd in een kerstboomvorm van keramiek.
Het was even lekker als het klinkt, en helemaal niet zo moeilijk te maken. Het was wel de eerste keer dat ik hamburgers met de hand maakte (ipv ze in een pakje te kopen), maar problemen gaf dat niet. De bedoeling was trouwens om niet enkel je eigen eten op te eten, maar ook eens bij andere groepjes langs te gaan om te proeven van hun creaties, die meestal zeker die moeite waard waren. Zoals verwacht, was er ook aan dit feestmaal een wedstrijd verbonden, en mijn groepje eindigde alweer tweede, na het mooie snoephuisje van een ander team.
Aan tafel!Maar de echte afsluiter van dit weekend moest nog komen. Om 22u was het immers
weer verzamelen geblazen, deze keer voor de 飲み会
nomikai (drinkbijeenkomst). Eerst moest elk lid van de circle wel zijn 感想
kansou (indrukken van het weekend) geven, en ik wist niet wat ik hoorde toen de "baas" zich verontschuldigde dat het schema toch nog beter uitgewerkt kon worden. Nu goed, daarna mochten we ons dus overgeven aan de drank die we de dag ervoor hadden gekocht, in mijn geval een cocktailcassis-sinaasappel, pompelmoessap met
alcohol erbij, een mangococktail en natuurlijk ook de fles pruimenwijn die ik samen met Judith had gekocht (die alleen opdrinken zou immers geen goed idee geweest zijn). Ondertussen vierden we ook de verjaardag van Ken, de groepsleider. Het was mooi om te zien hoe blij en ontroerd die was toen we hem verrasten met taart, "happy birthday" gezang en firecrackers.
Het was dus zeer gezellig, maar we waren toch allemaal wat moe van de voorbije twee dagen. Judith en ik probeerden ons nog bezig te houden met een woordenassociatiespelletje, maar met twee is dat niet boeiend genoeg om je een hele avond wakker te houden. Ik denk dat ik ongeveer rond 0.30 in slaap ben gevallen, om even later weer wakker te worden (ondertussen hadden ze al een deken over mij gelegd) en dan naar mijn kamer terug te keren.
Dit hele weekend was in elk geval een fantastische ervaring. Aan alle backpackers die in de twee dagen die sinds zondag gepasseerd zijn Nederlands zouden hebben geleerd en toevallig deze blog zouden lezen: hartelijk bedankt!
PS: speciaal voor jou, schatje: